Locatie:
Heerhugowaard
Opgave:
Masterplan / Stedenbouwkundig ontwerp
Opdrachtgever:
BPD Ontwikkeling
Samenwerking:
Planteam:
Oppervlakte:
Ontwerpperiode:
2014-heden
Status:
In uitvoering
Participatie:
Heerhugowaard - Broekhorn
Wandelen langs de slootjes met riet. Struinen tussen het struikgewas op de natuurwal. En dat vanuit je voordeur, dat is wonen in Rietland. De woningen in de wijk staan direct in contact met de natuur.
De ooit platte polder waar voorheen bollen groeiden, met kenmerken als een kanaal, een dijk en een molen. Zal een woonwijk worden gerealiseerd. RRog heeft ervoor gekozen om een nieuw landschap te creëren tussen de hoofdweg N244 en de Broekhorn Haven.
De N244 inspireerde tot het realiseren van een natuurwal, een onderdeel van het Rietlandse landschap. Behalve dat die de weg uit het zicht onttrekt, onstaat er een waterrijk landschap waarin de bewoners straks heerlijk kunnen gaan wandelen en de kinderen kunnen ravotten op en onder omgevallen boomstammen.
Het ontwerp van Rietland heeft het uitgangspunt dat iedere woning in direct contact staat met de natuur. Dat wil hier zeggen: aan het water! Gekozen is voor een ruige sloot met rietland, overlopend in hooiland. Niet alleen door de wijk maar ook er omheen, je kunt een rondje varen met de kano en vanuit welk standpunt ook, je ziet prachtige planten en bloemen. Het wordt een plek waar ook kikkers, libellen en andere dieren zich thuis voelen. Aan de woonstraten vind je geen water maar flinke groenstroken met bomen.
De circa 350 woningen in Rietland zijn ruim en speels opgezet en staan in een riante open ruimte, zonder dat het aangeharkt is. Er zijn geen strak gemaaide gazons of felgekleurde speeltoestellen, maar juist ruigte en natuurlijke speeltoestellen.
De wijk is in drie buurten te verdelen. Te beginnen zijn er een aantal rijwoningen, kavels waar welstandsvrij mag worden gebouwd en vier buurtjes waar bijzondere type woningen komen. Voor alle huizen geldt dat ze door hun pastelkleuren en zachte lijnenspel opgaan in de groene ruige omgeving.





Foto: Koen Ruiter
Foto: Jimmink Kolhorn