Kamer West - Heiloo

< Terug

Op de overgang van de oude strandwal en de strandvlakte ontwierp RRog een bijzondere woonwijk. Het werk is uitgevoerd in opdracht van BPD Ontwikkeling. De locatie is één van de drie Kamers van het project Zandzoom in Heiloo. In een landschappelijke setting worden 183 woningen geplaatst. De woonwijk bestaat uit een rijke schakering van woningtypen, woonsferen, openbare ruimten en architectuur.

De Zandzoom

De wijk maakt onderdeel uit van een groter ensemble van woonbuurten tussen Heiloo en Limmen, genaamd De Zandzoom. De woonwijk bestaat uit fragmenten die samen een coherent geheel vormen. Oude linten, nieuwe dwarslinten, velden en erven zijn op basis van het bestaande cultuur landschap gerangschikt. Deze vier stedenbouwkundige typologieën zorgen voor afwisseling en oriëntatie.

Informele inrichting

De inrichting van de openbare ruimte is uniek in Heiloo. Karresporen, bestaande uit losse rijbanen in het gras, verbinden de buurten. Het karrespoor krijgt vorm door twee parallel lopende stroken gebakken klinkers de onderbreken met duurzame grasstenen. Hierdoor lijkt de weg zich te versmallen. De buitenste stroken grasstenen sluiten aan op de grasbanen langs de weg. Door een informele inrichting van de openbare ruimte ademt de woonwijk een natuurlijke sfeer uit. Een nauwkeurig uitgewerkt bomenplan versterkt dit beeld. Een karakteristiek onderdeel van het landschap zijn de meidoornhagen. Deze hagen zijn op plekken toegepast en bepalen mede de identiteit van de leefomgeving.

Landelijke leefmilieu

RRog heeft voor Kamer West ook een beeldkwaliteitsplan gemaakt. Het beeldkwaliteitsplan en de begeleiding van RRog zorgen ervoor dat het gewenste landelijke leefmilieu tot in detail wordt uitgevoerd. In het plan zijn vijf typologieën omschreven: de bollenschuur, de velden, de erven, de landhuizen en de stolp. De Bollenschuur is een bouwvorm met rijwoningen die doet denken aan een bollenschuur. Voor deze velden geldt dat er een duidelijk gemeenschappelijke identiteit is. De architectuur hoeft niet exact hetzelfde te zijn maar de velden moeten herkenbaar “familie” van elkaar zijn. De erven krijgen wisselen thema’s en bijhorende architectuur. Ieder erf heeft minstens één herkenbaar onderscheidende eigenschap. De erven hebben altijd één herkenbaar hoofdgebouw. De Landhuizen liggen op de rand van de woonbuurt naar het landschap. De gebouwen markeren de dorpsrand. De gebouwen hebben een landelijke uitstraling en zijn alzijdig georiënteerd. De stolp refereert aan de Noord Hollandse stolp. Het gebouw hoeft niet te voldoen aan de exacte maatverhoudingen van een stolp, het gaat hier om een stolp-achtige gebouw met twee woningen met een fors karakteristiek dak. De buitenruimte rond het gebouw is gemeenschappelijke ruimte die wordt afgeschermd met een uniforme haag.